
Wet tarieven in burgerlijke zaken
Artikel 18a
1
Indien tijdige overlegging van stukken als bedoeld in artikel 17, eerste en tweede lid, en artikel 18, eerste lid, is uitgebleven ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan de betrokkene zijn toe te rekenen, stelt de griffier het vast recht op verzoek van de betrokkene alsnog gedeeltelijk, onderscheidenlijk voorlopig gedeeltelijk, in debet. Het verzoek wordt door de betrokkene ondertekend. De griffier betaalt hetgeen inmiddels teveel is voldaan terug aan de betrokkene. Was het vast recht voldaan door een ander dan de betrokkene, dan kan terugbetaling ook plaatsvinden aan die ander, tenzij de betrokkene bij het verzoek te kennen heeft gegeven dit niet te wensen.
2
Is de wederpartij van de betrokkene op het tijdstip waarop alsnog stukken als bedoeld in het eerste lid worden overgelegd, reeds verwezen in de kosten van de instantie waarvoor het vast recht is verschuldigd, dan wordt het vast recht slechts in debet gesteld indien de wederpartij deze kosten nog niet heeft voldaan. Alsdan dient de wederpartij het alsnog in debet gestelde vast recht aan de griffier te voldoen en verliest de betrokkene in zoverre zijn recht op betaling. Het derde lid van artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.
3
In het geval, bedoeld in het tweede lid, wijst de griffier het verzoek slechts toe indien de betrokkene de aan hem afgegeven afschriften overlegt van het vonnis of de beschikking waarbij zijn wederpartij in de kosten is verwezen. De griffier doet van de indebetstelling aantekening op de minuut en de overgelegde afschriften van het vonnis of de beschikking.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AF2751, Eerste aanleg - meervoudig, 01/02817
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
20-12-2002
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamBelanghebbende brengt zijn aannemingsbedrijf geruisloos in. Gelet op de korte bestaansperiode van de onderneming en gelet op de aard ervan, stelt het Hof in goede justitie de overdraagbare goodwill op 50% x 3 x de gemiddelde jaarwinst (na aftrek van de reële arbeidsbeloÂning en geïnvesteerd vermogen). -
LJN AV0824, Cassatie, 41754
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
03-02-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadArtikel 18 Wet op de inkomstenbelasting 1964, geruisloze inbreng, voortzetting onderneming. -
LJN AT6922, Eerste aanleg - meervoudig, BK 342/03 Inkomstenbelasting
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
03-06-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof LeeuwardenTe dezen is in geschil de verkrijgingsprijs van de aandelen per 1 januari 1997, waarbij belanghebbende een verkrijgingsprijs van f. 1.623.400,-- verdedigt en de inspecteur een verkrijgingsprijs van f. 345.000,--. -
LJN AY3689, Cassatie, 41801
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
14-07-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadArt. 60, lid 3, jo. art. 51a, lid 3, Wet IB 1964; art. 16 AWR. Voor terugkomen op beschikking vaststelling nog te verrekenen bedrag ter zake van verlies uit aanmerkelijk belang gelden dezelfde vereisten als voor opleggen van navorderingsaanslag. -
LJN AD4992, Eerste aanleg - meervoudig, BK 330/99
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
25-01-2001
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof LeeuwardenBELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK Nr. 330/99 25 januari 2001 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, eerste meervoudige...